Voorbereidende Module en Modules 1 en 2

Zijn de ‘warming up’ opdrachten (de Voorbereidende Oefeningen Passieve Vaardigheden) te makkelijk voor je, kan je met Week 1 van het reguliere zelfstudieprogramma beginnen. Dit gedeelte bevat opdrachten voor 10 weken en vormt in zijn geheel Modules 1 en 2 van het Zelfstudieprogramma.

Doelstelling

Bereiken niveau A2 (Pre-Intermediate) wat betreft passieve vaardigheden (lezen en luisteren) en Engelse woordenschat.

Niveauomschrijving

Van Elementary (A1) naar Pre-Intemediate (A2) – voor nadere uitleg, zie het schema van Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen .

Tijdsinvestering

Gemiddeld 3 tot 4 uur per weekprogramma. We zijn uitgegaan van een zelfstudieprogramma van 10 weken voor niveau A2 – vooropgesteld dat je al op niveau A1 zit. Mocht je het Engels niet op niveau A1 beheersen, moet je starten met de oefeningen en deze zo nodig blijven herhalen tot je op niveau A1 bent beland; neem daar de tijd voor, een goede basis is belangrijk.

Je kan in principe je eigen tempo bepalen en per keer een gedeelte van een weekprogramma doen of alleen verschillende onderdelen ervan. De beste strategie is om zo regelmatig mogelijk opdrachten te maken, liefst een aantal keren per week, daar leer je het meeste van.

Inhoud

10 lessen met daarin:

• leesopdrachten
• luisteropdrachten
• vocabulaire oefeningen
• zelftoets en niveautoets

Voor iedere opdracht krijg je een link naar een pagina op een website met studiemateriaal. (Let wel, het zijn allemaal commerciële websites, dat wil zeggen dat er reclamemateriaal opstaat – besteed daar verder geen aandacht aan). De link leidt je meestal direct naar de opdracht die je gaat doen. Soms staat de link naar de homepage met het studiemateriaal er ook bij vermeld. Dat hebben we gedaan om je een alternatief te bieden in geval je de tekst in kwestie niet echt interessant vindt. Je kan dan via de homepage een andere opdracht kiezen. Let wel op dat je een opdracht op hetzelfde niveau neemt.

Wat betreft het uitbreiden van je Engelse vocabulaire en het gebruik van woordenboeken raden we je het volgende aan. Als je in een van de opdrachten een woord tegenkomt dat je niet kent, kan je het opzoeken in een Engels-Nederlands woordenboek, bijvoorbeeld de Van Dale. Die kan je vinden in de digitale HvA bib.

Je kan het woord ook opzoeken in een Engels-Engels woordenboek, bijvoorbeeld de Oxford Advanced Learners Dictionary en kijken of je na het lezen van de omschrijving begrijpt wat het woord betekent.

Je kan voor dat doel ook de Cambridge Advanced Learners Dictionary gebruiken.

Google Translate en andere vertaalprogramma’s op internet zijn onbetrouwbaar, maak daar geen gebruik van!

Bij deze module zit een Vocabulary Building Worksheet. Die Worksheet kan je zo vaak vermenigvuldigen als je wilt om een elektronische woordenlijst aan te maken. Je kan natuurlijk ook een eigen sjabloon gebruiken. In de woordenlijst zet je de woorden die je hebt opgezocht, met de Nederlandse vertaling van het woord en een zin waarin het woord voorkomt.

Je kan ook je eigen woordenlijst samenstellen via Wrts . Op die site kan je een gratis account aanmaken. Het handige van dit programma is dat het je kan ‘overhoren’ en je zo je kennis kan toetsen.