A-Z Studenten
Leerlijnen
De opleiding SPH is opgebouwd volgens zes leerlijnen:
- methodieklijn
- theorielijn
- praktijkervaringslijn
- vaardighedenlijn
- onderzoekslijn
- studieloopbaanbegeleidings-/reflectielijn
Het grote belang dat de opleiding hecht aan methodiek SPH komt onder meer tot uiting in alle methodiekprogramma's. Hierbij verdiep je je in visies en theorieën die belangrijk zijn voor het beroep, en leer je deze toepassen in beroepssituaties. Bij methodiek werken we voornamelijk in werkcolleges en werkgroepen.
Methodiek SPH gaat over het handelen en het denken over het handelen.
Wat doet de SPH’er: hoe, waarom en waartoe? Deze vragen stel je jezelf continu met als doel cliëntgerichte en zinvolle hulp te verlenen, binnen het kader van de maatschappelijke opdracht.
Het handelen in de praktijk wordt steeds getoetst aan en verrijkt, aangevuld en verantwoord met behulp van (wetenschappelijke), theoretische en ethische concepten. Vice versa beïnvloeden de ervaringen in de praktijk het (wetenschappelijke), theoretische en normatieve denken over hulpverlening. Je leert gedurende de opleiding bij ieder methodiekprogramma gereflecteerde praktijkervaringen en theoretische- en ethische uitgangspunten met elkaar te confronteren en te verbinden.
Je leert vanaf een afstand het eigen handelen in de praktijk te bekijken, te onderzoeken en te abstraheren. Het zijn vaak deze gereflecteerde praktijkervaringen die, mits geëxpliciteerd en gesystematiseerd, een nabije bron van kennis vormen. Het gaat hierbij zowel over een theoretische en normatieve reflectie op het eigen handelen, als over het ontwikkelen van handelingsalternatieven op basis van theoretische kennis en modellen.
Door de methodiekprogramma’s leer je tijdens het handelen in de praktijk steeds beter om in het achterhoofd te houden vanuit welke optiek en met welk doel je iets doet. Je leert om continu kritische vragen te stellen bij het eigen (methodisch) handelen: Wat doe ik? Waarom doe ik dit? Bereik ik met mijn handelen wat ik beoog te bereiken? Welke kennis gebruik ik? Hoe past het handelen binnen de plancyclus? Wat levert het de cliënt op? Is dit zinvol en zo ja voor wie? Welke rol heeft de cliënt? Handel ik cliëntgericht? Welke rol heb ik? Hoe interacteer ik met de cliënt? Wat zegt mijn handelen over mezelf? Wat zou ik anders kunnen doen? en Wat is de volgende stap? Deze onderzoekende houding en systematische reflectie worden langzamerhand een gewoonte. Je leert ook het micro-, meso- en macroniveau te analyseren en met elkaar te verbinden. De drie niveaus beïnvloeden elkaar. Je analyseert het handelen, niet alleen op cliëntniveau, maar ook op team-, instellings- en maatschappelijk niveau.
In de propedeuse en in het tweede jaar bestudeer je in theorieprogramma’s bepaalde theoretische disciplines of thema’s apart, zoals bijvoorbeeld pedagogiek, levenslooppsychologie of psychopathologie.
Stage (voltijd)
Het eerste drie jaren van de opleiding SPH zijn opgegaan in de opleiding Social Work.
Praktijk (deeltijd/duaal)
De deeltijd/duale opleiding kent een doorgaande praktijklijn van jaar een tot en met jaar vier. Je toont elk jaar met behulp van specifieke opdrachten je competentieontwikkeling in de praktijk aan. Je beschikt vanaf het begin van je opleiding over een relevante beroepspraktijk. Die relevantie wordt bepaald door omvang en kwaliteit van de praktijkplaats. Inhoudelijk moet deze praktijkplaats aansluiten bij de doelstellingen die bij elk jaar horen. Want het functioneren van jou in de praktijk is een leerproces, dat deel uitmaakt van het leerplan van de opleiding SPH deeltijd/duaal. Praktijk vormt een leerlijn binnen het curriculum, waarbij leerdoelen beschreven zijn en waarbij studielast en studiepunten vastgesteld zijn. Om in de praktijk te kunnen leren moet de instelling waar je werkt wel aan een aantal criteria voldoen in de propedeuse, respectievelijk hoofdfase.
Portfolio
Een centrale gedachte achter competentiegericht leren is, dat je je leerproces zelf beheert. Je draagt zelf verantwoordelijkheid voor je ontwikkeling en voor het aantonen van de competenties die het beroep vereist. Het is daarom belangrijk dat je gedurende je opleiding een portfolio opzet en bijhoudt. Een portfolio behoort steeds meer tot de standaard leeromgeving voor elke student. Nadat je de opleiding voltooid hebt, kun je je portfolio regelmatig actualiseren. De arbeidsomgeving vaart namelijk ook steeds meer op de aantoonbaarheid van verworven competenties. Werken aan een portfolio is een geïntegreerd onderdeel van de praktijklijn. In je persoonlijke portfolio toon je hoe en op welk niveau je gewerkt hebt aan de noodzakelijke competenties voor het beroep, zowel op de opleiding als in het werk.
Je kunt sommige competenties ontwikkelen door ermee te oefenen in speciaal daartoe ontworpen practica. Je oefent en experimenteert onder begeleiding van docenten met vaardigheden die essentieel zijn voor bepaalde competenties. Denk aan: samenwerken, gesprekken voeren en onderhandelen.
Kennisontwikkeling en onderzoek zijn belangrijke onderdelen van de studie. Je leert begrippen kennen die essentieel zijn voor kennisontwikkeling en onderzoek en past de opgedane kennis, begrippen en vaardigheden toe in diverse onderzoeksopdrachten. Het ontwikkelen van een onderzoekende houding krijgt ook aandacht in de onderzoekslijn.
Gedurende de studie word je steeds gevraagd te reflecteren op je eigen leerproces en functioneren. Dit gebeurt onder meer bij de begeleiding van het praktijkwerk. Daardoor leer je conclusies te formuleren over keuzes die je nog binnen je studieloopbaan moeten maken. Belangrijk aspect daarbij is dat je deze keuzes leert onderbouwen en verantwoorden. Tevens is van belang dat je je activiteiten in de opleiding en in je werk leert plannen. Dit proces van sturen en leren sturen, duiden we aan met de term studieloopbaanplanning. De opleiding SPH ondersteunt dit door middel van een begeleidingsaanbod.
Je krijgt een eigen studieloopbaanbegeleider, of kortweg SLB’er. Dit is je eerste aanspreekpunt bij vragen die je hebt over je studie, je voortgang, planning, portfolio en andere zaken die met je studie samenhangen, of daar effect op hebben.
SPH zet de studieloopbaanbegeleiding stevig aan in de propedeuse met apart SLB-onderwijs. Daarbij wordt gewerkt met specifieke instrumenten (leerdossier, portfolio), studietaken (opstellen van studieplanning) en periodieke gesprekken met de slb’er.
In het tweede jaar continueert de opleiding deze begeleiding, maar dan iets minder intensief.
In jaar 4 heb je weliswaar nog steeds een slb’er als aanspreekpunt, maar SLB verandert dan van karakter. Je krijgt hier minder onderwijs in, want je kent ondertussen alle ins and outs van de opleiding, bouwt verder aan je portfolio en weet hoe je goed kan plannen.